Het 'BvMG' staat voor Bureau voor Morele vraagstukken en Geestelijk welzijn. Het is door dr. J.G. te Lindert opgericht in 1998. Het BvMG is een zelfstandig en onafhankelijk bureau voor morele vraagstukken van personen en organisaties. Deze opzet is gekozen om zonder last of ruggenspraak te kunnen werken en belangenverstrengeling wordt vermeden. Natuurlijk staan we zelf ook in een traditie. Het BvMG wortelt in de cultuur van Oost-Nederland en weet zich geïnspireerd door het joods-christelijke gedachtengoed. Begrippen als 'noaberschap', oog voor elkaar, verdraagzaamheid, tolerantie, maar ook een zekere terughoudendheid tegenover het onbekende zijn enkele kenmerken.
Het joods-christelijk gedachtengoed als inspiratiebron verdient een toelichting. Het gaat in dit geval niet om dogma's, leerstellingen of moraalleer uit de 3e, 4e of 16e eeuw van onze jaartelling, maar om de historische teksten waarin levensverhalen en kritische zelfreflectie hand in hand gaan. Neem de schrijver Samuël en zijn school, we schrijven 1000 voor onze jaartelling. Vijfhonderd jaar eerder dan de filosoof (Aristoteles) schreef Samuel over de scheiding der machten en stelde misstanden bij de machthebbers aan de kaak. De kritische zoektocht naar rechtvaardigheid, de eigen valkuilen en de zoektocht naar waarheid springen bij Samuël en in het oog. Niet in de laatste plaats is zijn realistische mensvisie, die wordt gekenmerkt door idealen, falen en dwalen op een roerige levensweg vol voetangels en klemmen, een bron van inspiratie. Waar sta ik in deze roerige wereld? Wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik in deze wereld? Vragen die veel later opnieuw aan de orde komen in de denkwereld van de Duitse filosoof I. Kant. Het zijn vragen van alle tijden, maar er zijn ook antwoorden die in alle tijden stand houden.
Het BvMG poogt logische structuren aan te brengen in eigentijdse vraagstukken. We doen dat aan de hand van de 'correcte analyse' en vervolgens een 'reconstructie' van de argumenten om een haalbare keuze of een toegepast oordeel te kunnen formuleren.
Jan G. te Lindert studeerde theologie aan de deeltijdopleiding in Utrecht en promoveerde vervolgens in de toegepaste filosofie met de nadruk op de joodse en westerse medische ethiek op het onderwerp: de morele status van het menselijk embryo in de joodse en christelijke traditie. Promotoren: prof. dr. E. Schroten, hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht & Dr. P. van Boxtel verbonden aan het Leo Beack College in Londen: het opleidingscentrum van het opperrabbinaat voor de westelijke wereld.