De waarborg van integriteit is een hachelijke onderneming voor Israël.  

Israël ligt na de gebeurtenissen van 7 en 8 oktober 2023 onder een vergroot glas. Een kritische houding tegenover Israël zou gepast zijn. Is een kritische houding tegenover Europa niet een betere optie?

Punt van kritiek is de reactie van Israël op de aanvallen van Hamas en Hezbollah op de bewuste data, waarbij ca 1200 Israëliërs werden gedood en 251 personen als gijzelaars worden meegenomen naar een voor Hamas 'veilig tunnelcomplex' onder de bewoonde wereld die Gaza heet en een evacuatie van burgers uit de grensstreek in het noorden van Israël. De militaire reactie van Israël in eerste instantie in een ruil van 105 gegijzelden tegenover 240 gevangenen in november van hetzelfde jaar, tijdens een tijdelijke steek het vuur. Inmiddels een jaar van oorlog later proef Israël in het duister over het lot van nog ca 90 gijzelaars.

De acties van Israël om de overige gijzelaars gewapender hand te bevrijden stokt tot op heden – 28 oktober 2024 – bij 3 personen. In de ogen van velen is de reactie van Israël buiten proportie vanwege het hoge aantal burgerslachtoffers en de immense immateriële en materiële schade die de gehele Palestijnse bevolking in de eerste levensbehoefte raakt. Benjamin Netanyahu, de premier van Israël, zit om die reden  al een tijdje in de beklaagdenbankje van het Strafhof in Den Haag en voelt de adem van de westerse politici in de nek, die manen tot een steek in het vuren. 

De beelden en commentaren die ons bereiken uit Gaza en nu ook uit Libanon tarten de westerse beschaving. De publieke protesten in de VS en in Europa dringen elke huiskamer binnen en dwingen tot bezinning. Het ligt in de rede Israël en in het bijzonder het kabinet van Netanyahu verantwoordelijk te houden voor de chaos in Gaza en dat is ook de teneur in de media, de samenleving en de politiek. Er ontstaat een beeld van een vernietigende wraakoefening van Israëliërs jegens Palestijnen. Dat raakt de westerse samenlevingen diep.  De wortels van onze beschaving liggen immers in Israël. Dit is niet het beeld dat wij van een gidsland, van Israël, willen zien. De protesten en acties van velen zijn in dat licht bezien begrijpelijk. Maar is dat ook de situatie?

In weerwil van de beelden die op ieders netvlies worden geprint, rijst de vraag: Wat valt het Israël van Netanyahu aan te rekenen na de gebeurtenissen van 7 en 8 oktober 2023? Ik ga deze vraag benaderen vanuit de filosofie, waarin basisbeginselen gelden voor een democratische gemeenschap, zoals wij die kennen. Ik beperk me tot drie uitgangspunten:

A: iedereen telt voor één en niemand voor meer dan één.

B: de integriteit van elk lid van de samenleving wordt gewaarborgd  tegen schade van binnenuit (diefstal, schade, verkrachting, moord etc.) en buitenaf (bedreiging door een ander volk of land).

C: Kants categorische imperatief: Handel zo dat je zou kunnen willen dat de maxime van je handelen altijd als uitgangspunt van een algemene wet kan gelden.

Dat woord van Kant klinkt gewichtig. Je kunt het ook anders zeggen en dan betekent dat bijna hetzelfde: 'Wat jij niet wilt dat jou wordt aangedaan, doe dat ook een ander niet aan'. Maar er zit wel een klein addertje onder het gras van stelling C dat we niet mogen vergeten, namelijk dat het niet redelijk is dat we onze eigen belangen opzettelijk schaden.   

Dit betekent dat er dan en pas dan sprake is van een democratische samenleving wanneer de integriteit van alle leden van de gemeenschap in gelijke mate (A) gewaarborgd is (B). Ieder lid van de gemeenschap moet zich veilig weten in de eigen omgeving. Deze twee beginselen (A + B) hebben een groot aantal implicaties op het terrein van leven en vereisen een uitwerking in morele-, politieke en juridische kaders in tijden van vrede en oorlog, waarbij (C) het leidende principe dient te zijn. Zo niet of tornt men aan A, B of C dan is het voortbestaan ​​van de democratische samenleving en de persoonlijke vrijheid alsnog in het geding en dreigende polarisatie of dictatuur.

Na dit zijpad keer ik terug naar de situatie in het Midden-Oosten. Gegeven de bovengenoemde situatie in Gaza wordt van Israël geëist dat het de militaire inspanningen om de gijzelaars te bevrijden staakt. Kan Israël hiermee instemmen op basis van de democratische grondbeginselen (A,B en C) voor een samenleving?

Een antwoord op deze vraag is afhankelijk van een andere vraag, namelijk: Kan Israël verantwoordelijk worden gehouden voor het bloedbad in Gaza, wanneer we in ogenschouw nemen dat Hamas de Palestijnse bevolking gebruikt als menselijk schild om de gijzelaars gevangen te kunnen houden? 

Het doel van de invasie in Gaza door Israël is het bevrijden van de gijzelaars en het uitschakelen van de gijzelnemers, in dit geval Hamas. De burgers van Gaza worden door Israël voortdurend gewaarschuwd voor weer een nieuwe aanval. De burgers zijn dus geen doel. Het doelwit is Hamas en de bevrijding van de gijzelaars. We naderen daarmee de kern van de te maken afweging, die we kunnen omschrijven als een aberratio ictus. ( I wil H slaan, maar treft ongewild P). Israël wil Hamas uitschakelen, maar treft - naast Hamas ook - de Palestijnen. 

Kan van Israël gevraagd worden de bevrijdingsactie te staken, ten gunste van de veiligheid van de inwoners van Gaza? Wanneer Israël instemt met die eis, heeft dat direct gevolgen voor de gijzelaars. Het betekent immers dat de gijzelaars aan de willekeur van de gijzelnemers worden overgelaten. Van Israël wordt dan ook gevraagd om de principes (A en B) van haar bestaansrecht op te geven/ dan wel op te schorten. Is het proportioneel – om maar in de terminologie te blijven- om dat te vragen van een samenleving?

Laten we het antwoord nog even laten rusten en eerst kijken naar de rol van Hamas. De acties van Hamas op 7 oktober en van Hezbollah op 8 oktober zijn uitgevoerd om dood en verderf onder de bevolking van Israël te zaaien, met het oogmerk het Palestijnse vraagstuk in Gaza op de politieke agenda van de wereldgemeenschap te zetten. Hamas waande zich relatief veilig onder een menselijk schild van burgers in Gaza. Hamas vertrouwde op collectieve verontwaardiging van de wereldgemeenschap wanneer Israël het dichtbevolkte Gaza zou aanvallen en er burgerslachtoffers zouden vallen onder Palestijnen. Die inschatting bleek juist. De verontwaardiging in de wereld was groot toen Israël hard terugsloeg.

Maar doet de regering Netanyahu niet eenvoudig haar democratische plicht door de zoektocht naar de gijzelaars voort te zetten? Is dat niet de taak van iedere beschaafde democratie dat zij de belangen van haar onderdanen dient. Moet Israël haar burgers opgeven in het belang van de vijand? De Palestijnen zijn toch onschuldige burgers. Er vallen toch talloze onschuldige slachtoffers? De Palestijnen zijn evenwel niet geheel onschuldig. Ze zijn net zo (on-)schuldig als vele West-Europese landen. 

Hamas kon onder ieders toezicht jarenlang een netwerk van tunnels bouwen, van waaruit Israël werd bestookt. De tunnels waren en zijn er voor de militante leden van Hamas.  Sterker: de tunnels zijn alleen een veilige haven voor de leden van Hamas wanneer er een menselijk schild boven zit. Toch stemde de bevolking van Gaza gewillig in met haar rol. Ze koos niet voor haar eigen belang maar voor de veiligheid van de militante leden van Hamas. 

Wanneer deze redenering juist is, staan we voor een afweging die we in de westerse beschaving in feite niet kennen. Een democratische gekozen overheid staat tegenover een organisatie die geen van de beginselen (A, B en C) onderschrijft waarop een samenleving rust. Holt de democratische samenleving zichzelf niet uit wanneer het zwicht voor organisaties en of landen die niet terugdeinzen om burgers te  gijzelen en de eigen bevolking als menselijk schild te gebruiken? 

Is de reactie van Israël op de gebeurtenissen van 7 en 8 oktober 2023 buiten proportie? Of is de kritische reactie op Israël een zorgelijk dwaalspoor van emoties dat de principes van de democratische samenleving op zijn fundamenten doet kraken?  De kritiek op Israël stelde mij de vraag: hoe is het hier gesteld met de waarborg van integriteit? Met de herinnering aan Srebrenica krijg ik een ongemakkelijk gevoel, dat versterkt wordt door de beelden uit Oekraïne. Kan ik op de Europese samenleving rekenen wanneer het lastig wordt? Zelenski kan inmiddels huiveren.

Laten we niet te ver afdwalen: Is het niet tijd dat Europa naar zichzelf kijkt. Had zij niet een goede band met de erkende Palestijnse Autoriteit? Hoe heeft het zover kunnen komen dat Hamas een netwerk van tunnels heeft kunnen bouwen onder Gaza zonder ingrijpen van Europese zijde? De steun aan de Palestijnen komt nu als mosterd na de maaltijd. De Palestijnen zijn uitgeleverd aan Hamas en Iran.  

Israël kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de talloze doden onder de inwoners van Gaza. De bevrijding van de gijzelaars is het doel van de Israëlische acties. Het lot dat de Palestijnen treft is een niet beoogd en niet gewenst neveneffect. Hamas heeft het leven van de Palestijnen moedwillig in de waagschaal gelegd. Mogelijk had de leiding van Hamas niet voorzien dat havik Netanyahu zo onwrikbaar hard zou terugslaan, maar dat maakt Hamas niet minder verantwoordelijk voor de chaos tot op de dag van vandaag.

Ook de Palestijnen zelf treft blaam en betalen een zeer zware tol voor/door hun rol als menselijk schild. Een rol die een grote meerderheid van de bevolking in het volle bewustzijn op zich hebben genomen. Gedurende vele jaren heeft Hamas de gelegenheid gekregen om zich een netwerk van tunnels onder Gaza te realiseren van waaruit Israël kon worden bestookt. Niet alleen de Gazanen namen de aanwezigheid van Hamas ( tegen wil en dank) voor lief, ook de westerse wereld kneep een oogje dicht toen Gaza meer en meer tot een kruitvat werd omgevormd. Europa wilde de vingers niet branden aan de situatie uit vrees voor langdurige spanningen in het Midden-Oosten en niet te vergeten op de oliemarkt.

De 'as van het kwaad' kon vrijelijk haar wielen laten draaien. Inmiddels heeft Europa ervaring met het relatieve van het integriteitsbeginsel. Nog niet zo lang geleden was er Srebrenica. Wat later zag Poetin op de Krim zijn kans schoon en oefende vervolgens in Syrië en dan in Oekraïne. Europa dient zich te beraden op de eigen stoelpoten. Wil het haar invloed in het Midden-Oosten behouden  dan volstaat het zwaaien met een oorlogsrecht niet, maar dienen men paal en perk te stellen aan de ondermijning van de basisbeginselen waardoor een democratische samenleving rust. Dat er zoveel westerse omstanders met een vergrootglas op Israël nutteloos rondlopen zonder een terreurbeweging een halt toe te roepen is zorgelijk. 

De kritiek op het Israël van Netanyahu is dan ook weinig overtuigend. Israël staat voor een opdracht om de veiligheid van haar samenleving te waarborgen en maakt vuile handen. Het zou van inzicht getuigen wanneer Europa haar invloed liet gelden in Gaza en te spreken met Netanyahu na de vrijlating van de gijzelaars opdat de Palestijnen een toekomst krijgen in vrede.