Vergrijzing, is onze keuze nietwaar?.  

Terwijl politiek, media en samenleving van gedachten wisselen over stikstof, milieu, opwarming van de aarde en natuurlijk de oorlogen in Ukraine en Gaza, voltrekt zich stilletjes een ander fenomeen: de vergrijzing. 

Ik beperk me tot de constatering dat in grote delen van de wereld en met name in Oost Azië (Japan, Korea en China) en in Europa de autochtone bevolking krimpt. Dat stemt tot nadenken, of beter: het noopt tot omdenken op persoonlijk, maatschappelijk, economisch en politiek niveau.

Voor de goede orde: het gaat niet om een probleem, ook niet om een dilemma. Mensen kiezen bewust voor kleine gezinnen met gemiddeld < 1,5 kind per vrouw (vruchtbaarheidscijfer is 1,5. Dus geen vuiltje aan de lucht. Deze ideale gezinssituatie werkt door in een ideale sociale, maatschappelijke, economische en politieke samenleving. Tenminste dat ligt in de lijn van de verwachting. Minder mensen betekent minder belasting van natuur en milieu, lagere risico’s voor de opwarming van de aarde, minder stikstof, minder woningnood, geen werkloosheid  etc. etc. Tal van vraagstukken lossen zich als vanzelf op in de naaste toekomst, wanneer mensen hun idealen blijven nastreven ten aanzien van gezinsvorming.

Deze redenering kan echter op weinig bijval rekenen, hetgeen blijkt uit een rapport van de staatscommissie ‘Demografische Ontwikkelingen 2050’:  "Kies voor een gematigde groei, die niet overvraagt", legt Richard van Zwol, voorzitter van de commissie, uit. "Een groei die de economie overeind houdt en daarmee ook zorgt dat onderwijs, zorg en wonen voor iedereen beschikbaar zijn." (bron: NOS). De commissie wil die groei realiseren door middel van arbeidsmigratie, want krimp zou tot onwenselijke situaties leiden.

Ik denk dat de redenering van de commissie op meerdere onderdelen geen stand houdt. De staatscommissie pleit voor migratie, maar zegt niet waar deze mensen vandaan moeten komen.  Er is in grote delen van Europa sprake van krimp, zelfs sneller gaat dan in Nederland. De vruchtbaarheidscijfers in Oost en Zuid Europa zijn gemiddeld nog een kwart punt lager dan in Nederland (ca. 1,25). Dus vanuit Europa hoeven we weinig migratie te verwachten in de komende decennia. In economische mogendheden in Zuidoost Azië is het vruchtbaarheidscijfer nog lager (< 1,1) en zijn op zoek naar arbeidskrachten.  

De vraag rijst dan ook niet alleen waar arbeidsmigranten vandaan zouden moeten komen, maar ook of dat een wenselijke ontwikkeling is. Economische migratie  leidt tot een demografische onbalans in het land van vestiging en in het land van herkomst. Landen in ontwikkeling hebben hun hoogopgeleide mensen nodig om het eigen land verder te ontplooien. Op het gevaar af dat nog meer ontwikkelingslanden destabiliseren, zich ontwikkelen tot bedenkelijke dictaturen of broedplaats worden voor terroristische organisaties.

Voor een deugdelijke en houdbare uitkomst is het zaak om de ontstane situatie onder ogen te zien, niet te problematiseren en bewustwording te scheppen van de sociale, maatschappelijke en economische gevolgen van de ideale gezinssituatie. Een situatie die bewust, zorgvuldig en weloverwogen is geschapen door de samenleving. Een krimpende bevolking heeft – zoals gezegd -- op verschillende punten belangrijke voordelen.

De maatschappelijke en vooral politieke terughoudendheid om zich in de nieuwe situatie te voegen, maakt een dialoog niet eenvoudig.  Politieke partijen en populistische bewegingen propageren hun sociale agenda met ruimhartige beloftes omtrent zorg, verzorging, wonen, veiligheid en leefbaarheid alsof het arbeidspotentieel onuitputtelijk is. 

Deze politieke vleierij is onderdeel van een kortzichtige individualistische levensopvatting. De veeleisende burger heeft een uitgebreide wensenlijst, terwijl de politiek huivert vanwege een groeiend populisme. Het ligt evenwel in de lijn van de redelijkheid dat het ideale ouderpaar van weleer thans haar  verantwoordelijkheid neemt voor de inrichting van haar en zijn  ideale oude dag, wanneer het kleinkind op bezoek komt. De toekomstige generatie kan immers niet alleen bezig zijn met het welbevinden van oma en opa. Dat ik me eerst richt tot oma is gelegen in het feit dat zij een hogere levensverwachting heeft en het dus nog een tijdje in haar eentje moet zien te rooien.

Wat te doen? Elders op deze site ga ik uitvoerig in op een stelling van de Duitse filosoof I. Kant: ‘Willen veronderstelt kunnen’.  Dat betekent dat je slechts dat kunt willen wat ook in redelijkheid kan. Wie deze stelregel als een sjabloon legt op eigen idealen, maatschappijvisies, partijprogramma’s, studies, opleidingen, onderzoeken, maar ook op medische behandelingen en zorgactiviteiten zal zien dat er nog veel te winnen is op het terrein van zin, nut, haalbaarheid en doelmatigheid.  

Het stimuleren van zelfredzaamheid, zelfstudie en arbeidsparticipatie kan bijdragen aan een zinvol bestaan en een leefbare samenleving. Het belang van sociale cohesie in school-, club-, team-, straat- of wijkverband kan de gemeenschapszin en zelfredzaamheid bevorderen. Leven is een kunst, waarbij zwoegen en genoegen nu eenmaal hand in hand gaan en vergrijzing is ons eigen keuze, nietwaar?